Gramat 2013 door Jacob Leloux
In, om en onder de omgeving van Gramat een stukje over de duikvakantie annex beginners-grotduikcursus van 14-19 april 2013
Ieder verhaal heeft een begin. Waar je dat begin legt, is op aan de schrijver. Alles voor dat begin is voorgeschiedenis, De voorgeschiedenis van dit verhaal begon enkele jaren geleden. Begon het met de ontmoeting met Ferry, bij wie we eind 2010 de NOB specialty "Grotduiktechnieken voor Open Water" volgden met duiken in de Galderse meren en bij Bergsche Diepsluis? De laatste duik daarvan was in water van 0,1° C en Ferrie's droogpak was lek. De cursus was een eerste aanzet tot het ombouwen van onze duikconfiguratie in iets technischerigers. Of begon het in Lavandou, september 2011, waar we gingen wrakduiken in een door hem georganiseerde reis? Hier ontmoetten wij de Beverboys Paul en Corné. Paul gaf ons tijdens die reis de opdracht om bij José een grotduikcursus te gaan volgen. Mij sprak het wel aan. Marjon was huiverig. Zij krijgt al een ongemakkelijk gevoel als ze onder het restaurant Vork en Mes in het Haarlemmermeersebossemeer moet zwemmen. Toch gaf zij aan dat ze het wil proberen, maar dan alleen de Cavern cursus. Want als ze het niet leuk vind, vertelde zij, dan heeft ze hooguit twee dagen met niet leuke duiken en niet meteen vier of vijf. Ik schreef een emailtje aan José, waarin ik begon met te vertellen dat we van Paul de opdracht hadden gekregen bij haar een cursus te volgen. Na wat gezoek in beide agenda's, wat sparen voor de cursuskosten, uitbreidingen en servicebeurten van de apparatuur, en een rustig ritje door Frankrijk eindigt de voorgeschiedenis op 13 april als we in de middag aankomen bij "La Marjolaine". Een verhaal heeft spelers. Hier waren negen spelers: José uit Waalre is de instructeur die ons (Arjan uit Oss, maar oorspronkelijk uit Yerseke, Marjon en ik uit Leiden) als cursisten leert hoe je veilig in grotten kan duiken. Voorts waren er vijf door de wol geverfde grotduikers: Hans G. (want er zijn in de DCDG meer Hanzen), een NOB IT'er uit Delft, Marcel (vierde zijn dertig jarig duikjubileum of zijn dertigste verjaardag met het tracteren op eclairs na de maaltijd), Jeroen (kwikslaagde continu foute grappen met een stalen gezicht en probeert iedereen onderwaterscooters te verkopen), Jorg (deed in de grotten samen met Marcel wat modelwerk voor Jeroen om de scooters goed in beeld te laten komen, want die foto's komen in de volgende folder van de scooters) en Wim (kwam later in de week en is de secretaris van Speleo Nederland, zodat hij zijn eerste dag bezig was met de notulen van de vergadering uit te werken). Gezamelijk werd er gegeten. Als ik zeg door de wol geverfd bij deze duikers, dan overdrijf ik niet. Zij gaan met scooters en stages diep in de grotten en doen dat al tientallen jaren. Dat levert voldoende sterke verhalen tussendoor op.
Buiten met zijn allen na een vis-, vlees en/of paprika BBQ
Een verhaal heeft ook een setting, een decor zogezegd. Dit verhaal speelt zich af in de Franse departementen Lot en Dordogne met als uitvals basis "La Marjolaine". "La Marjolaine" is een ruim huis met een grote woonkamer en een stel slaapkamers en douches. In de woonkamer staat een grote tafel en staan een stel lekkere luie banken om in te ploffen. 's Avonds voor het slapen gaan zit de hele kliek op de banken en Marcel en José plakken snorretjes op om dan de portiers van toren C, nee DCDG te spelen. Aan tafel wordt gegeten, plek genoeg voor een man of tien, maar ook theorieles gegeven. José aan één kant van de tafel, wij cursisten aan de andere. De deur naar buiten moet je dicht doen door de hendel even omhoog te doen en dan weer naar beneden. Buiten staan twee plastieke tafels, een serie plastieke stoelen en een barbeque (voor vis, vlees en paprika's). Achter het huis is een parkeerplaats voor drie auto's, de andere drie staan op het gras naast de waslijn. De waslijn hangt vol drogende droogpakken. De streek kent als specialiteit canard. Ik at dus een piza canard. Het weer was goed. Zonnig en warm, behalve op donderdag. Toen was het bewolkt en wat frisser. De week ervoor had het goed geregend, wat resulteerde in extra stroming en hoog water in rivieren en grotten. Gedurende de week zagen we de stroming minder worden. Het landschap is een glooiende vlakte met landbouw en bos. De bomen zijn laag, zien er doods uit met veel mos en korstmos, maar gedurende de week dat we er waren werden de groene puntjes van de nieuwe bladeren groter. Overal zie je oude en vervallen stenen muurtjes, die net als de huizen gebouwd zijn van lokale kalkstenen. Platte langgerekte wittige en gelige stenen zijn los op elkaar gestapeld. De bermen worden gedomineerd door sleutel- en paarde(n)bloemen ("Is het geitelul of geitenlul? Een geit heeft geen lul, duh!", zou Jeroen met een stalen gezicht zeggen). De vlakte wordt doorsneden door rivierdalen en aan de rand van die dalen bevinden zich de ingangen van grotten. En daar zijn we voor gekomen.

Gramat en de bedoken duikgrotten, van boven naar beneden: Fontaine St. George, Font del Truffe, La résurgence de Saint Sauveur, Emergence du Ressel en de Source de Landenousse Voordat ik aan het eind van het verhaal kom, moet een verhaal ook een plot en verhaal hebben. Het plot is simpel: wij volgen een cursus, en de instructeur vindt dat we het goed doen. Wij slagen en tussendoor eten we zo nu en dan te veel. We hebben een toffe week. Eigenlijk valt er gewoon geen goed verhaal van te maken. Ik kan hooguit wat annecdotes vertellen. Onze eerste duik was in de headpool van de Saint Sauveur met als slot een tour door de cavern zone, waar we wegens de toch nog stevige stroming snel weer uitgestroomd werden. Marjon raakte mede door de stroming iets gedesorienteerd. Met haar gezicht kwam ze richting de muur van de grot en dat gaf haar een onprettig gevoel. De dag erop doken we bij de Fontaine de Landenousse. Hier moesten Arjan en ik op de bodem van het bassin wachten terwijl Marjon samen met José de cavernzone in gingen. Na een minuut of acht kwamen ze weer terug waarbijMarjon aangaf dat ze zich niet op haar gemak voelde. Nu zijn de cavernzone's in deze omgeving erg kort en zit je al heel gauw in de cave zone, dus voor alleen een cavern opleiding is deze streek wat minder geschikt. Arjan en ik gingen vervolgens met José de grot in en deden onze skilloefeningen. Bij het weer terug in de bassin zijn moesten we de valve-shut-down oefening doen, waarbij ik de dop van de rechterkraan in zijn geheel van de kraan afdraaide. Ik zag José, die tegenover mij hing, hele grote ogen krijgen. Gelukkig konden we de gevallen metalen onderdeeltjes van de kraan nog op de bodem terug vinden. De derde dag zouden we bij de Ressel duiken, maar de parkeerplaats stond al vol, dus werd het weer de Landenousse. Marjon dook die dag niet.
Arjan en Marjon reelen terug in de cavernzone van de Ressel.
Op woensdag konden we wel in de Ressel terecht en Marjon ging mee erin. Ze werd meteen aan het werk gezet met reelen en zo en misschien heeft dat mee toegedragen dat ze haar angst overwon. Donderdag dook ze weer mee en had toen voldoende ervaringsduiken voor de Cavern opleiding gekregen. Skills waren voor haar een eitje, maar de irrationele angst overwinnen is in mijn ogen een prestatie. Ze vertelde dat ze hiermee een stuk vertrouwen heeft gewonnen voor deels afgesloten ruimtes onderwater. Wel blijft ze het nodig hebben om de omgeving goed te kennen en anders heel rustig te moeten kunnen verkennen. Vrijdag was de laatste duikdag. Arjan en ik waren op donderdag al geslaagd voor de cursus en vrijdag gingen we la Truffe en de St. George een stukje verkennen. Bij de Truffe ging José en Wim mee. Hier is een hele nauwe ingang. Het kostte mij drie pogingen en wat graafwerk voordat ik er door heen pastte, maar daar achter is het echt de moeite waard. Mooi, man. Dan kom ik zo langzamerhand aan het eind van het verhaal. Waar leg ik het eind? Is dat op donderdagmiddag als we tijdens borreltijd een plastieke medaille omkrijgen wegens het behalen van de cursus en een kaars in de vorm van een badeendje krijgen als herinnering van de week? Is dat bij het wegrijden op zaterdag? Of is dat de afspraak om met de deelnemers van deze weken eind mei bij José asperges te komen eten? Of is deze gebeurtenis in totaal het begin van nog meer grotduikreizen?

Met twee badeendvormige kaarsjes, twee plastieke medailles en twee DCDG-applicaties kwamen we thuis
|