Jip en Janneke in Frankrijk
Een grotduiksprookje door "de boze tovenaar Druïde Dir"
Jip en Janneke in Frankrijk
Beste vriendjes en vriendinnetjes,
Vandaag ga ik vertellen over het avontuur van Jip en Janneke in Frankrijk.
 Jip en Janneke
Frankrijk is een land héél ver weg, waar vreemde mensen wonen met gekke neuzen, rare hoedjes en broodjes in de vorm van een lange stok (dit heet dan ook stokbrood, goed onthouden hoor). Ook spreken deze rare mensen een onverstaanbare taal. In dit land schijnt de zon altijd, behalve wanneer de zon niet schijnt. Het is ook altijd warm, behalve wanneer het koud is of regent. Brr…
Maar goed, Jip en Janneke gingen weer eens op avontuur naar dit ver gelegen land. Ze hadden gehoord dat hier grote grotjes waren, je weet wel, van die gaten in de grond waar allerlei vreemde wezens wonen, zoals smurfen en boskabouters.
 Boskabouters
Ook leeft hier de Henk de Harige Heliumreus. Maar daarover later meer….
Jip en Janneke wilden graag eens kijken in de grotjes. Ze hadden echter gehoord dat de grotjes ook wel eens vol met water stonden, en daarom hadden ze voor hun vertrek les genomen bij juffrouw Weetalles om nog eens goed te leren zwemmen en hun adem in te houden.
 Juffrouw Weetalles
Ze hadden van juffrouw Weetalles een zakje meegekregen waar toverlucht in zat. Als je de goede woorden tegen de zak roept, dan komt er een heleboel lucht uit en kun je onderwater gewoon doorademen. Je moest dan roepen: “Fucht fucht fucht ik wil wat lucht” en dan kwam de lucht eruit.
Na een lange tocht kwamen Jip en Janneke uit bij een leuk kabouterhuisje, met een peperkoekendak, of nee, dat was ergens anders. Maar het huisje was wel leuk en gezellig en er leefden ook een heleboel andere kinderen in die ook in de grotjes kwamen loeren.
 Leuk en gezellig huisje
 Heleboel andere kinderen
Het was erg gezellig, en er werd elke dag een speciaal eten gegeten, lekkere worst of iets anders dat lekker was, maar wel een beetje stonk en soms van de tafel afliep. Ook was er een speciaal avond drankje waar je goed van kon slapen.
Op de volgende dag gingen Jip en Janneke op stap naar hun eerste grotje. Dat was een hééle grote grot, er kon zelfs wel een vrachtwagen in. Van juffrouw Weetalles hadden ze een Dikke Droogtrui meegekregen, een speciaal zwempak waarin je lekker warm en droog blijft. Ze hadden ook een Brombrom bij zich, een heel bijzonder en zwaar toverding dat geluid maakt, en waarmee ze heel snel door de grot konden bewegen. Ook droegen ze hun FlapFlap sandalen, waarmee je goed kan zwemmen. Snel sprongen ze in het water en zoefden met de Brombrom de grot in. O ja, op hun hoofd hadden ze ook nog een Rondkijkkaars in en speciale lantaren. Als je om je heen kijkt schijnt deze kaars vanzelf op alles wat je zou willen zien.
Na enkele minuten kwamen Jip en Janneke bij een splitsing in de onderwaterweg aan, en daar stond een grote reus naar hen te zwaaien. Deze reus heette Henk de Harige Heliumreus, en was een aardige reus, niet een boze reus.
 Henk de Harige Heliumreus
Voordat je verder kon gaan in de grot moest je eerst een vraag beantwoorden. Als je de vraag goed beantwoordde mocht je verder linksaf naar een ondiep en leuk gedeelte van het grotje, maar als je een fout antwoord gaf dan moest je rechtsaf het donkere diepere deel in. Daar woonden allerlei boze en stoute wezens, zoals Dirk de Deco Dwerg,
 Dirk de Deco Dwerg
die houdt vooral van oortjes van kinderen. Ook woont daar Sjoerd StikstofRoes,
Sjoerd StikstofRoes
die staat er om bekend dat hij altijd honger heeft en bij voorkeur kleine kinderen helemaal opeet diep in zijn eigen deel van de grot. Soms zie je daar zelfs de heks Truus Tremens die kindertjes opsluit in het diepste donkere deel van de grot. Daar wil je dus niet daar toe!
 Truus Tremens
Henk de Harige Heliumreus zwaaide naar Jip en Janneke en riep hun al van ver: “Hallo kindertjes, hoe heten jullie, dan kan ik jullie een moeilijke vraag stellen?” Jip en Janneke keken elkaar aan een lachten hardop (dat kan best onderwater, dat klinkt als blblblblboep blblbloep). De reus was blijkbaar niet zo slim, want hij had ze hiermee natuurlijk een wel erg gemakkelijke vraag gesteld. “Wij heten Jip en Janneke en mogen nu vast door naar de linkerkant”. Henk keek beteuterd, want dat had hij natuurlijk niet bedoeld, hij had nog zijn echte vraag willen stellen. “Maar ja,” dacht Henk, “ze hebben wel gelijk natuurlijk”. Henk lachte als een boer die kiespijn heeft, blblblblboep blblbloep” en liet Jip en Janneke door naar de linkerkant.
Jip en Janneke maakten er een leuk tochtje van en hadden veel plezier. Ze kwamen daar nog allerlei andere kindertjes tegen die ook rondzwommen en tikkertje speelden of lijntjes aan het knopen waren. Het was niet helemaal duidelijk wat daar nu zo leuk aan was, maar ja, dat moesten ze maar zelf weten. Na een tijdje bromden Jip en Janneke weer rustig het grotje uit, terug naar de warme zon.
De volgende dagen zouden Jip en Janneke nog vele grotjes bezoeken en daarbij namen ze nog allerlei leuke dingetjes mee die ze van juffrouw Weetalles hadden meegekregen om het gezellig te maken in de grot, zoals kleine flesje met lekkere lucht (juffrouw Weetalles noemde deze flesjes Limonadestaaages).
Maar daarover vertel ik later nog een keertje.
Nu goed gaan slapen en lekker dromen over Henk de Harige Heliumreus.
Van dezelfde schrijver: “de boze tovenaar Druïde Dir”. |