Connections or no connections – that’s the question
Verslag van Italië door Maurice Penders
Pasen 2003 was het dan zover. Na het nodige voorwerk en via de connecties van Hans Beulen, werd er uiteindelijk toestemming van de Italiaanse autoriteiten verkregen om in Oliero te duiken. Dat dit bijzonder was bleek in de week voor ons vertrek, door de onverwachte toevoeging van een britse verstekeling aan de Dutch Cave Dive Group (DCDG). Zo vertrokken wij met 6 duikers en 3 auto’s. Ja ja, nog meer materiaal dan bij het drooggrotten. Deelnemers waren Jose de Veer, René Houben, Jim Warn, Hans Beulen, Maurice Penders en de britse verstekeling Rick Stanton. Na een vlotte 12 uur rijden kwamen we rond 5 uur ’s ochtends op de plaats van bestemming aan. Dus nog maar even langs de kant van de weg geslapen.
Eerste dag: Cogol dei Siori
Plan
 Coupe
Rick als eerste met rebreather en 12 liter Nitrox en 12 liter trimix, Jim als tweede, gevolgd door Rene, Jose, Hans en Maurice. Eerst 100 m lopen door kniediep hard stromend water; dan ongeveer 8 m omlaag en vervolgens 200 m touwtrekken c.q. horizontaal bergklimmen (onder water dan wel te verstaan).
Daar op 18 m diepte door een versmalling worstelen om vervolgens naar 56 m diepte te gaan. Jim en Rick bleven het langste weg en waren ook de enige die het diepe stuk wisten te bereiken. Daar ik als laatste het water ingegaan was had ik het twijfelachtige genoegen de anderen een voor een als duikende bommenwerpers over mij heen te zien scheren. Als je het touw namelijk loslaat en niet keihard zwom werd je meteen door de stroming gegrepen en naar de uitgang gecatapulteerd.
Tweede dag: Cogol dei Veici
Plan
Coupe
Lijn leggen in de eerste 150 m van de grot en meteen naar 51 m diepte. De Stikstof narcose viel wel mee, maar vergde echter veel bewuste concentratie. Het karakter van deze grot was wel heel anders: één grote brede gang van ongeveer 15 m hoog en 10 m breed, uiterst traag stromend. Het zicht was ongeveer 10 m; in Siori ongeveer 15 m.
De eerste keer decomprimeren voor de echt op pure zuurstof, daarbij een luchtcomputer aanhoudend. Dubbel veilig dus. Jim had nog een intermediair deco gas bij zich: 50% O2 en 50% N2. Rick ging meteen door in het diepe deel naar ongeveer 700 m. Met een rebreather natuurlijk geen probleem.


’s Avonds uitgebreid uitleg gehad over de kiss rebreather en alles op film vastgelegd voor de Dutch Cave Dive Group. Toekomstmuziek of niet?!
Derde dag: Jose, Jim, Hans en ik
Nogmaals naar de Veci. Om ditmaal iets verder in het diepe deel te komen. Rene en Rick naar de Fontanazzi. Een interessante grot met al gauw een helder blijvende versmalling in de vorm van een omlaaglopende diaclaas waar Rene zich zowaar met een dubbel 20 doorheen worstelde en waar Rick op de terugweg zijn rebreather met dubbel 12 side mount moest ontmantelen om er doorheen te komen. Na deze versmalling mooie grote gangen.
Vierde dag: Jose, Hans en Jim in de Fontanazzi
Maurice en Rene naar huis. Maurice moest maandag werken en Rene moest zondagavond nog wat huis(houdelijk)werk doen. Kortom geslaagd, dus meer.
“Meer” was de eerste week van februari 2004. Deelnemers Hans Beulen, wederom de man van de permits, Jim Warny, Maurice Penders, Rick Stanton, Jonathan Volanthen, Pete Mulholland en Marcus Taylor.
Ditmaal 1 week en overdag gereden. Dag na aankomst niet gedoken, want meer materiaal bij je betekent eerst alles monteren. De accommodatie was prima, een kanocentrum met 14 slaapplaatsen en 7 grotduikers incl. al de speeltjes die me maar kunt wensen (6 scooters, 5 rebreathers, minimaal 6 cilinders per persoon, boosters, compressors en computers). Ditmaal werd er door ons met trimix gedoken. Voor mij en Hans voor het eerst in grotten. Contacten met de Italianen zorgden er zelfs voor dat we een 50 ltr bufferfles met helium wisten te bemachtigen waardoor we zelf konden mixen met de al oude “vuilniszakmethode”.
De vuilniszak dient als expansievat voor de helium en als lucht, lees: heliuminlaat, voor de compressor. Jim dook trimix nitrox 50 en zuurstof, Hans dook trimix lucht en nitrox 80, ik dook trimix lucht en zuurstof.
Helium in je gas betekent meer en langere deco’s in vergelijking met perslucht. Voordeel is geen stikstofnarcose, dus geen dronkenschap onderwater (kan gevaarlijk zijn, zelfs bij drooggrotten). Gedoken werd wederom in Cogol dei Veci
en Cogol dei Siori zonder noemenswaard veel verder te komen. Kroon op onze tocht werd ditmaal een duik in de Elefante Bianco die sinds oktober 2003 weer bedoken mocht worden. Eerder was deze grot lange tijd gesloten vanwege een vijftal dodelijke ongevallen. In deze grot doken we naar 63 m Maurice, 100 m Hans en 110 m Jim. Jim had dus ook de langste deco en kwam naar boven met 2x 20 ltr op de rug, 4x 12 ltr side mount, 2x 6 ltr side mount, en 1x 10 ltr in de hand. Op deze manier zwom hij vrolijk rond op zijn 3 m decostop. Toen hij zijn flessen ging afleggen zwevend in 1 m diep water, leek het wel een grote vlinder die eieren aan het leggen was.
De Engelsen hadden hun zinnen gezet op het verder exploreren van de Veci. Deze sifon was door Isler al een keer doordoken begin jaren 90. Zij besteden het grootste deel van de week aan voorbereidingen voor de grote duik. Eerst werd er een habitat geplaatst op 6 m diepte; daarna werden er scooters geplaatst op 750 en 1200 m in de sifon; en tot slot volgde de push. Rick en Jonathan, beide duikend met 2 rebreathers en 2 scooters, kwamen boven na een duik van 2350 m, klauterden door 200 m droge grot en doken verder 400 m in een nieuwe sifon. Commentaar van Rick: “20 m zicht, tegen het plafond gedrukt op 33 m diepte en geen bodem en alleen een linker wand”. Een gigant van een gang dus. Hij moest omdraaien omdat hij tijdens de klauterpartij maar 1 fles had meegenomen. Dieper gaan op deze mix zou onverantwoord zijn. Reden genoeg dus voor een deel 3.
Tot besluit enige wijze lessen: • Scuba swatches kunnen beter vervangen worden door bottom timers of VR3 menggascomputers. • Het is niet voldoende slechts je oren te klaren, je sinussen moeten dat ook doen anders gebeurd dit op een andere (bloederige) manier. • Op 70 m diep kunnen automaten gaan free flowen. • De eerste de beste automaat dan in de buurt kan perslucht bevatten. • Grotduikers kunnen eieren leggen. • Ook grote grotduikers zijn gespannen voor grote grotduiken. • Habitats kunnen instorten. • Onderwatervideobehuizingen lekken bijna per definitie. • Treats en blote meiden zijn goede decompressiemiddelen aldus de Engelsen.
Kortom een zeer geslaagde week. Veel internationale contacten gelegd. Het netwerk is uitgebreid, en last but not least de hele kern van de DCDG heeft nu de overstap naar trimix-duiken gemaakt.

“Op de schouders van reuzen kijken wij verder, John.”
Grotjes, Maurice |