Oeil de la Doue

Je gaat grotduiken en je neemt mee een kruiwagen.

 

Toen ik wakker werd lag ik met mijn wang tegen de enigszins beslagen ruit.
Het was licht. Alles leek een beetje klammig en nadat ik rechtop was gaan zitten voelde ik dat de autogordel een deukje had achtergelaten bovenop mijn linkeroor. Ik had weinig bewegingsruimte in mijn slaapzak achter het stuur en vanuit deze positie bekeek ik de plek waar ik zo’n vijf uur geleden was gestopt na een rit van tien uur. Aan de linkerkant was een grote stal met stalen deuren waarachter vee zich schuil hield. Vee dat mij die nacht een aantal keren wakker had laten schrikken door een trap tegen de deur zodanig dat ik dacht dat er elk moment een kudde van iets naar buiten kon barsten. In de richting van mijn auto.
Verder was het stil en de boer die even later met zijn tractor voorbij reed merkte mij op met een zwaai alsof hij hier regelmatig auto’s geparkeerd ziet staan, de gewoonste zaak van de wereld. Ik besloot op zoek te gaan naar het huis wat ik in het donker niet meer had kunnen vinden. Bovendien was het toen ook geen uur en tijd meer om aan te bellen.

Soms is het pad naar de ingang van een grot een evenzo grote uitdaging als de grot zelf. Het verzoek om een kruiwagen mee te brengen klonk mij dan ook niet vreemd in de oren. Dit bleek in Mallogne, een Belgische mijn, al bijzonder handig voor het vervoeren van duikmateriaal over een lange afstand.
Hier bij de Oeil de la Doue waren ze ideaal voor het bospad. Maar dat bospad hield ergens op en daar moest de rivier overgestoken worden. Na een kort stukje lopen aan de overkant ging ons pad weer door de rivier terug naar de oever waar we vandaan kwamen. Een riviertje over moeten steken is voor grotduikers niet direct vreemd.
Ik had me op van alles voorbereid en was van plan om alles zelf te dragen, ik was tenslotte uitgenodigd en dan is het wel de bedoeling dat je je inzet voor het team als geheel.

Op de plaats aangekomen waar we onze auto’s lieten staan werd mij uitgelegd waar het begin van het bospad was. Gelukkig, horizontaal. Dat zijn zo van die meevallers. En in een prachtig mooi stukje groen waar we de rest van week vele wandelaars tegen zouden komen. Ik vroeg hoe dat zat met die kruiwagen en die rivier waarop er een aantal duikers in afzondering heftig gingen discussiëren en waarvan ik niets verstond. Ondertussen maakte ik mijn duikuitrusting klaar.
Twee duikers kwamen weer naar me toe met de vraag of ik misschien laarzen mee had genomen. Ja, die had ik wel maar die stonden nog in het huis. Er werd zeer bedenkelijk gekeken en toen ik vroeg wat het probleem was werd mij verteld dat mijn gymschoenen wel helemaal nat zouden worden……. Mijn gymschoenen nat.
Die gymschoenen heb ik altijd aangehad bij alle survivalruns en de trainingen daarvoor dus ik schat in dat ze meer uren nat zijn geweest dan droog, de in de garage hangtijd om te drogen even niet meegeteld. Mijn gymschoenen mochten dus nat en ik zag een opluchting op de gezichten van de mannen.
De mannen ja, er was wederom geen andere vrouw te bekennen en mijn Ierse vriendin had helaas afgezegd.


Het was maandag 5 april 2004.
Een aantal franse grotduikers had onder leiding van Jean-Marc Belin een stage expeditie topografie georganiseerd voor de Oeil de la Doue. De Doue is een riviertje dus letterlijk vertaald betekent dat het oog van de Doue.
De reeds bestaande topo, dit is een tekening waarop de grot in kaart is gebracht, was erg summier en bovendien klopte de afstanden en de dieptes van de sifons niet. In de streek de Lot is het gebruikelijk dat de vaste lijnen in de grotten worden onderhouden en zonodig gerepareerd of vervangen. Aan ons de taak om de Oeil de la Doue opnieuw in kaart te brengen en de bestaande lijnen te verwijderen en te vervangen door een nieuwe lijn van 3 mm dikte. De lijnen hiervoor waren thuis al voorbereid. Dat wil zeggen dat een aantal duikers de opdracht had gekregen om een stuk lijn van 200 meter lengte te voorzien van afstandsmarkeringen. Van 0 tot 200, van 200 tot 400, van 400 tot 600 meter enzovoort.
Hierdoor kon de afstand in de grot nauwkeurig bepaald gaan worden. Aangezien de stage was begonnen op zaterdag was er al twee dagen werk gedaan en lag er al 800 meter nieuwe lijn in. Namelijk 200 meter in de eerste sifon en 600 meter in de tweede en derde sifon. Tussen sifon 1 en 2 is een droge gang van een 187 meter dus na 800 meter lijn ben je al bijna 1000 meter diep in het systeem.

Voor mij was het vandaag een verkenningsduik omdat ik er nog nooit in deze grot geweest was. Ik had me voorgenomen om zoveel mogelijk bij te dragen met een perfecte topo als einddoel. In de ochtend werd al het materiaal naar de ingang van de grot gebracht. Het aantal duikers verschilde per dag maar doorgaans waren we met een man of tien. Inclusief scooters, rebreathers, bail-out flessen was er een flinke berg duikmateriaal dat dagelijks getransporteerd moest worden.
Nadat alles bij de ingang was gelegd hadden we een uitgebreide franse lunch in de zon.
Samen met twee andere duikers begon ik vol verwachting aan mijn eerste duik.

Ik til mijn inflator op en zak naar het beginpunt van de lijn. Tot mijn grote verbazing zie ik aan het begin van deze mooie nieuwe vaste lijn een afstandsmarkering met daarop 400 meter. Mijn buddies zwemmen gewoon verder en ik volg met een vraagteken in mijn hoofd.



Aan het einde van de eerste sifon, jawel, zie ik een markering van 600 meter. We komen boven op een tussenplateau waar het water door een smallere ruimte fors op ons toestroomt.



Er is een staalkabel bevestigd waar we materiaal aan vast kunnen klippen.Van hieraf is het klauteren door de waterstroom met een typische grotbodem. Vol sinterbekkens. Dit zijn gaten in de rotsbodem waarin je ineens een diepere stap maakt dan je verwacht. Je moet dus bij elke stap goed kijken en voelen waar je je voet neerzet. Vinnen en duikbril zijn met een musketon aan de duikuitrusting vast geklipt zodat je kunt lopen en beide handen kunt gebruiken om je vast te houden aan de zijwanden. Na ongeveer 30 meter eindigt dit klauterstuk en komen we in een hele grote droge ruimte met een gigantisch hoog plafond. Het water is enkeldiep.
Hier worden de duikflessen afgedaan en materialen van de staalkabel opgehaald. Omdat het voor mij een verkenningsduik is hoef ik vandaag niets verder te dragen naar de tweede sifon, behalve mijn eigen duikuitrusting. Het water in het droge gedeelte wordt steeds dieper en op een gegeven moment kan ik zelfs zwemmen, heerlijk licht is alles dan weer.



Bij de tweede sifon aangekomen zijn er al drukke bezigheden van de andere duikers die vandaag een nieuw stuk van 200 meter aan de vaste lijn zouden toevoegen. Ook zullen er een aantal duikflessen, de zogenaamde stages, geplaatst worden als extra veiligheid voor de duik van morgen.
Hoe verder je in het systeem zit, hoe langzamer de progressie omdat je steeds meer gasvoorraad nodig hebt om bij het laatst bereikte punt te komen.
Langs de lijn zak ik de tweede sifon in. Het zicht is heel redelijk ondanks de duikers die me voor zijn gegaan. Langzaam zwem ik verder terwijl ik goed om me heen kijk. De gang is kleiner in afmetingen dan de eerste sifon en minder grillig. De bodem is zanderig, niet dieper dan 17 meter. Na 350 meter eindigt de tweede sifon in een kleine koepel maar na 330 meter heb ik eenderde van mijn lucht verbruikt dus draai ik om.

Op een kartonnen board was een hele grote kaart van de grot getekend waarop in de avonduren de nieuwe stukken lijn werden toegevoegd. Weer 200 meter erbij met in totaal een lengte van 1000 meter lijn en 1200 meter ver in het systeem. Ook werden alle andere gegevens elke avond in de computer vastgelegd.
Onder water werd elke 10 meter afstand de diepte genoteerd, de hoogte tot het plafond ingeschat, de afstand van de lijn naar links, de afstand van de lijn naar rechts en in welke richting de gang verder liep. Een speciaal computerprogramma verwerkte deze gegevens tot een drie dimensionale tekening van het systeem.
De plannen voor de volgende dag werden besproken. Ik was de enige in het team met een onderwatercamera en ik zou foto’s maken tussen de eerste en de tweede sifon in het droge gedeelte. Iedereen in het team kreeg de kans om een deel bij de dragen aan de topo en voor mij zou dat de laatste dag zijn.
Voor die tijd moest ik mijn dubbel twaalf en twee stages bij de ingang van de tweede sifon hebben liggen. Daar had ik dan nog twee dagen voor.

De verkenningsduik die ik gisteren had gemaakt was met twee 6 liters op 300 bar.
Vanmorgen had ik mijn dubbel twaalf op mijn rug en de zesjes sidemounted. De dubbel twaalf moest naar sifon twee en wel zo vol mogelijk dus ademde ik in de eerste sifon afwisselend uit de 6 liter flessen. Een harnas voor deze flessen voor de terugweg door de eerste sifon had ik los bij me. De backplate met wing bleven immers op de dubbel twaalf.
Na het klauterstuk heb ik al mijn spullen neergelegd, ben ik foto’s gaan maken en heb ik materialen naar de tweede sifon gebracht.
Dan is het wachten op de terugkomst van de duikers en gaat het meeste materiaal weer naar buiten want de batterijen voor de scooters en de lampen moeten opgeladen worden en de flessen gevuld. Alleen de volle flessen blijven liggen.
Er werd vandaag 100 meter lijn toegevoegd.
Een van de duikers was even gaan kijken bij een andere grot, de Truffe en kwam terug met de mededeling dat de omstandigheden daar optimaal waren. En ja hoor, er werd een rustdag tijdens de expeditie ingelast om van die gelegenheid gebruik te kunnen maken. Zo gaat dat.
Evengoed lig ik een dag later weer in de Doue. Met twee 6 liters op mijn rug en twee twaalf liters sidemounted lijkt dit de omgekeerde wereld. Maar de twaalf liters moesten naar de tweede sifon voor de duik van morgen en met de zes liters zou ik foto’s maken in de tweede sifon en in de eerste sifon op de terugweg.
Door Jean-Marc werd er deze duik weer 100 meter lijn toegevoegd, tot 1400 meter in de grot.

Tijdens een van de duiken deze week was er een verticale schacht naar boven gesignaleerd. Deze schacht zat op 1160 meter ver de grot in. In de derde sifon.
Mehdi en ik zouden een lijn naar boven leggen en gaan kijken waar deze schacht op uitkomt.

Ik zit op de zandrand met mijn benen in het water. Langzaam maar zeker heb ik al mijn duikspullen aan en om. Een tekening uit een oud NOB cursusboek komt in me op.
Maak van jezelf geen kerstboom. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen om zo gestroomlijnd mogelijk te zijn heb ik toch een kerstboom gevoel. Compleet met lampjes. Ik test mijn winginflator en deze blijf hangen. Mehdi is al onder water en wacht.
Mijn inflator wordt losgekoppeld, afgespoeld en opnieuw vastgemaakt. Hij doet het.
Dan krijg ik de Gavin scooter aangereikt. Waar zit de klip om hem mee te bevestigen.
Ah, daar is ie. Dan kan ik in het water gaan staan voor de bubble check. Alles ok. Enigszins gespannen zak ik naar de bodem.
Mehdi geeft me de tijd om te checken of alles goed zit en op mijn ok teken start hij zijn scooter. Ik ook en volg Mehdi.
Op 20 meter na is de tweede sifon bekend terrein. Dat voelt prettig. De gang is overal groot genoeg om door te scooteren. Tussen de tweede en derde sifon hoef je het water niet uit dus gaan we door. Het is een prachtig gezicht om Mehdi voor me te zien scooteren, hij verlicht de hele gang met zijn brede lichtbundel. De gang is bijna overal vrij ruim en iets donkerder van kleur. We passeren nog een gedeeltelijk droge ruimte waar we zo goed als in het water kunnen blijven. Hier leggen we de stages neer. De lijn is wit en steeds goed in het zicht, dit is belangrijk als je iets meer snelheid hebt. Op een gegeven moment stopt Mehdi de scooter en klipt hem aan de lijn vast.
Ik doe hetzelfde. We veroorzaken veel stof en ik houd contact met de lijn.
Mehdi bevestigt een nieuwe lijn aan de vaste lijn en we gaan verticaal omhoog de schacht in. Hoe groot de diameter van de schacht is kan ik niet goed inschatten, het zicht is slecht en ik kan niet de hele schacht overzien. We komen na 20 meter in een enorme luchtbel.
Een gelige tot chocolade kleurige rotskoepel vol met spleten en typische grotstructuren zoals flowstone en gordijnen. Onderaan is ook een dikke laag zeer vette klei die zelf ook prachtige vormen heeft. Het deed me denken aan de sanddunes in Californië. We onderzoeken of we mogelijk ergens verder kunnen. Dit is niet het geval. Mehdi schat de afmetingen in en noteert ze op zijn schrijflei.
Hij maakt de lijn vast en snijdt hem af. Hier ligt een nieuwe lijn, op een plek waar nog nooit iemand is geweest. Het enige stukje exploratie dat in deze week heeft plaats gevonden.
Slechts 20 meter verticale lijn maar ik voel me trots en kijk naar de enorme glimlach op het gezicht van Mehdi. We gaan terug. Als we bij de scooters aankomen is het zicht ontzettend slecht. Mehdi gaat voorop.
Ik kan hem niet bijhouden omdat ik anders het zicht op de lijn verlies. Mehdi kent hier de weg en weet waar de lijn loopt. Ik niet. Hij wacht zo nu en dan tot ik weer in zijn buurt ben. Op het moment dat het zicht weer goed is ga ik voorop omdat mijn handlamp iets vager aan het worden is. Ik doe een backup lamp op mijn helm aan. Langzaam maar zeker gaat mijn handlamp uit en wennen mijn ogen aan het volgen van de lijn op de kleine lamp. We zijn er bijna.
Mehdi neemt nog wat flessen mee die hier en daar als veiligheidsdepot waren blijven liggen. Alles moet er nu uit want dit is de laatste duik. Ik ga vast verder vanwege mijn licht. Als ik bovenkom wachten daar de anderen, klaar om te helpen met mijn materiaal en de scooter. Iets later komt Mehdi. Hij legt in het frans uit wat we hebben gedaan. Ik zie blije gezichten en we gaan terug naar de eerste sifon.



Zoals elke avond zaten we bij de open haard. Met onder andere eau de vie. Een eigen brouwsel van pruimen of andere vruchten waar zeker 40 % alcohol in zat.
Toen ik vroeg hoe dat nou zat met die afstandsmarkering van 400 meter aan het begin van de eerste sifon kreeg ik als antwoord dat er niemand een lijn had voorbereid met markeringen tussen de 0 en de 200. En omdat ze die van 400 tot 600 dubbel hadden hebben ze die maar gebruikt. Later werd in een verslag van deze stage week vermeld dat de afstand van de geparkeerde auto’s tot aan het begin van de lijn precies 400 meter was.



José de Veer

Content Management Powered by CuteNews