De Notre Dame des Anges, de diepste sifon van de wereld.

Hoe een duik in een Franse sifon eindigt met een maaltijd Zweedse gehaktballen en grotduikers
van acht verschillende nationaliteiten aan een tafel.

 

Het plan
In december 2002 stonden René, Wilmar en ik aan de ingang van de Notre Dame des Anges met te weinig tijd tot onze beschikking om het kristalheldere water in te duiken. We waren toen op weg naar huis na een lang weekend grotduiken in de buurt van de Spaanse grens en het zoeken naar de ingang van deze grot had veel meer tijd gekost dan we hadden gehoopt. Nog maar niet te spreken van het oversteken van de mighty Toulourence, een riviertje dat in de zomertijd nagenoeg droog staat.



De Notre Dame des Anges wordt ook wel Baume des Anges genoemd en ligt in de Vaucluse. Het water in de grot komt net zoals bij de Fontaine de Vaucluse van de Mont Ventoux, de allez Joop berg uit de Tour de France. In tegenstelling tot de Notre Dame is de Fontaine de Vaucluse een toeristische trekpleister met van alles waar dagjesmensen zich aan tegoed kunnen doen en dagelijks maken dan ook lange rijen voetgangers de wandeling van ongeveer een kwartiertje naar deze prachtige bron om te genieten van dit unieke stukje natuur temidden van enorme steile rotswanden. Hier mag je niet duiken, in de Notre Dame wel.
De Notre Dame heeft het klassieke profiel van een sifon zoals te zien is op bijgaande topografie van de grot. Een tunnel die nagenoeg in een lijn schuin naar beneden loopt en overal ongeveer dezelfde diameter heeft en vanaf het diepste punt weer min of meer gespiegeld naar de oppervlakte gaat. De sifon is 630 meter lang en het diepste punt bevindt zich op 300 meter vanaf het begin van de sifon en gaat tot –101 meter.
In januari 2003 is deze sifon voor het eerst helemaal doorgedoken door de Franse grotduiker Sylvain Redoutey. Een gigantische expeditie waar vele mensen aan mee hebben gewerkt, waaronder vijf supportduikers om cylinders op de juiste plaatsen in de grot klaar te leggen. Er was een filmcamera geïnstalleerd onder water om alle decompressiestops vanaf 50 meter tot op 6 meter te kunnen volgen op een beeldscherm aan de waterkant. Deze duik heeft op enkele minuten na, 9 uur geduurd.
Rick Stanton, een Britse grotduiker vroeg of ik interesse had om samen met Natasha Mitchell uit Ierland de Notre Dame te doen. En zo ontstond het plan om een lang weekend naar Frankrijk te gaan met als hoofddoel de diepste sifon ter wereld.

De voorbereidingen
Een duik als deze vraagt een uiterst zorgvuldige planning van minuut tot minuut. Dit betekent dat er vele duikplanningen doorgerekend worden om te kijken welke gasvoorraad de beste mogelijkheden oplevert. Er zijn natuurlijk beperkingen aan de hoeveelheid duikflessen die je onder water zelf kunt vervoeren. Als je hieraan tekort komt om de duik te maken die je wil doen zul je moeten zorgen dat je vooraf je gasvoorraad in de grot aanlegt. Door supportduikers of door jezelf in voorafgaande duiken. Je hebt dan uiteraard ook veel meer materiaal nodig. Hier kom je op een punt dat een of meerdere rebreathers het enige antwoord is op de benodigde hoeveelheid gasvoorraad. De grenzen waarbinnen ik kan duiken worden door verschillende factoren bepaald. De belangrijkste factor voor mij in deze situatie was een psychologische. Tijdens de cavetrimix cursus is mijn diepste duik rond de 65 meter geweest. En van 65 naar 101 meter is toch wel een hele sprong. Het heeft geen enkele zin om een hele tunnel met flessen te bevoorraden als je niet zeker weet of je je nog steeds volledig op je gemak voelt op zo’n grote diepte. Dus heb ik ervoor gekozen om te duiken met het aantal flessen dat ik zelf allemaal tegelijk kan meenemen waardoor ik geen enorme voorbereiding nodig heb voordat de werkelijke duik kan plaats vinden. Bovendien ben ik dan onafhankelijk van andere duikers.



Dit betekent een dubbel twaalf manifold op mijn rug met trimix. Trimix 12/52 zodat de partiële zuurstofdruk niet boven de 1.4 zou komen en de stikstof narcose niet meer zou zijn dan zoals op 40 meter diep. Twee losse twaalf liters met nitrox elk aan een kant, ofwel sidemounted. Een nitrox 36 en een nitrox 50. Deze worden meestal stages genoemd. En een zeven liter met 80 % zuurstof voor de laatste decompressie op 6 meter. Met deze combinatie van flessen zou het mogelijk moeten zijn om het diepste punt van de sifon te bereiken en daar dan om te draaien. Zou je in deze grot verder duiken dan dit diepste punt dan betekent dit dat je in feite al aan je opstijging begint en zul je dus je decompressiegas bij je moeten hebben om je stops te maken. De diepere stops kunnen nog wel met trimix gemaakt worden maar voor de ondiepere heb je nitrox en zuurstof nodig. Bovendien zul je de sifon ook weer terug moeten kunnen duiken dus heb je minstens twee keer de hoeveelheid gas nodig dan wanneer je op het diepste punt omkeert.
Als je een duikplan maakt waarbij je op het diepste punt omdraait kun je de nitrox en zuurstof stages op de heenweg in de grot wegleggen, daardoor heb je minder weerstand in het water en kun je efficiënter zwemmen. Dit heeft weer een gunstig effect op je luchtverbruik. De duikberekeningen die met de computer gemaakt zijn laten zien welke decostops gemaakt moeten worden. Deze worden uitgeprint en overgenomen op de schrijflei. Dit is nodig als backup wanneer de duikcomputer uitvalt. De enige duikcomputer met de mogelijkheid om onder water te wisselen van het ene voorgeprogrammeerde ademgas naar het andere waaronder ook trimix, is de VR3. Helaas is de prijs van zo’n computer niet zodanig is dat je er meteen twee aanschaft. Vroeger vlogen de wilde ganzen nog wel eens voor een goed doel maar dat was ver voor de tijd van deVR3s.
Wanneer dan het duikplan klaar ligt volgt de actie. Flessen vullen met de juiste mixen en alle andere duikuitrustingstukken controleren en in orde maken. Verlichting is hier een niet te onderschatten punt omdat de duik zo rond de 150 minuten zal duren. Voordat we aan de Notre Dame beginnen hebben we een duik gepland in de Frais-Puits, een grot in de Haute Saône en na de Notre Dame staat de source du Castor op het proramma, in de Ardeche. De compressor moet mee. En eten voor 4 dagen omdat er weinig tijd zal zijn om effe te shoppe. Kampeerspullen, pyama en de tandenborstel. In de tas en in de auto waar gelukkig genoeg plaats is als je alle ruimte voor jezelf kunt gebruiken.

De Frais-Puits
Hier treffen we elkaar, een bijzonder aangename plek tussen de bomen waarachter de ingang van de grot schuil gaat. De waterstand is laag. Er is nog net een poeltje voor de ingang. Dan komt de boer met zijn tractor op ons af gereden. Hij stapt uit en maakt duidelijk dat hij niet blij is dat we met onze auto’s het natte gras hebben plat gereden omdat hij het dan moeilijk kan maaien. Duizend excuses en we zullen het nooit meer doen is het enige wat we kunnen overbrengen. Hij stapt weer op zijn tractor en verdwijnt. Enkele uren later wanneer Rick en Natasha al in de grot zijn en ik nog in het poeltje sta om twee zes litertjes aan te clippen, komt meneer de boer weer terug. Met een grote glimlach en is nu zeer geïnteresseerd in onze duik en vraagt van alles. Met een dikke cap, een masker en een helm op mijn hoofd probeer ik met handen met handschoenen en voeten met vinnen, antwoord te geven op zijn vragen. Na de duik eten we een hapje ter plekke en rijden we in de richting van de Notre Dame des Anges. Ongeveer een uur verwijderd van de grot moeten we echt stoppen. We hebben slaap nodig en we besluiten de auto’s te parkeren en de stoel plat te leggen.



De volgende morgen rijden we het laatste stukje om na twee nachten in de auto onze tenten op te zetten op een camping in de buurt van de grot met de luxe van warme douches, toiletten en ijsjes. En dan begint de voorbereiding ter plaatse. We maken onze spullen voor de duik in orde en rijden naar de rivier. Het water staat zo laag dat we de mighty Toulourence gewoon met de auto’s kunnen berijden waardoor we de duikspullen tot op zo’n 50 meter afstand van de ingang van de grot kunnen brengen. Door de lage waterstand begint de sifon ook pas verder in de grot dan in december vorig jaar. We moeten nu zeker 100 meter de grot in om bij het water te komen en het systeem is dan wel vrij horizontaal maar de grond is niet vlak. Af en toe bukken en je glijdt makkelijk uit. Je moet zorgen dat je een hand uit kunt steken om je evenwicht te corrigeren. Het sjouwen duurt uren en het is bijna donker wanneer we de laatste loodblokjes hebben achtergelaten. We duiken morgen. We gaan nu eerst eten in een restaurant.

De duik in de Notre Dame des Anges
De ochtend gaat op aan eten en water drinken. Aan het inpakken van de laatste benodigdheden. Vooral Rick heeft nog wat tijd nodig. Zijn plan is zover mogelijk te komen zoals altijd. Hij heeft twee rebreathers, een kiss CCR op zijn rug en een zelfontworpen CCR rebreather op zijn borst. Natasha heeft het plan om zover mogelijk met Rick mee te gaan en duikt met een dubbel twintig trimix, twee elf liter stages nitrox en twee vijftien liters met 80% zuurstof. Als zij het diepste punt voorbij wil zal ze alles mee moeten nemen behalve een 15 liter 80%, die kan op 6 meter bij de ingang blijven liggen.
Ik mag als eerste het water in. De heldere grot wordt in het stukje waar ik mijn spullen om doe al snel troebel. Ik heb een nitrox stage aan de rechterkant en links heb ik de zeven liter zuurstof. Ik adem uit de nitrox stage en clip de zuurstof af en zet deze vast op de lijn op zes meter. Dan ga ik terug om de andere nitrox stage en de camera op te halen en duik door tot 30 meter. Daar verander ik mijn ademgas in de VR3 van nitrox 36 naar trimix 12/52 en wissel van automaat. Daarna clip ik de beide nitrox stages af en zet ze vast op de lijn samen met mijn nikonos vijf. De grot is nu voor mij alleen, vanaf hier helder en blauw. De diameter van de tunnel is nog geen twee meter schat ik. De wanden zijn wat grillig en daardoor lichten ze mooi op in het schijnsel van mijn lamp. Een stille wereld om je heen, niets behalve je eigen ademhaling. Zelfs het geluid van rollende luchtbellen wat erg lijkt op een over denderende trein blijft uit. Geen zijgangen en de lijn ligt mooi strak. Regelmatig werp ik een blik op de manometer. De dieptemeter loopt snel op, 55, 71, 80. Mijn hoofd is helder en ik kan nu alleen nog op de VR3 de diepte aflezen. Mijn dieptemeter gaat maar tot 80. Ik doe een LED lampje aan op mijn helm voor het geval dat mijn niterider lamp het zou begeven vanwege de waterdruk. Dan is het prettig om niet meteen helemaal in het donker te zitten. Na 28 minuten duiktijd bereik ik het diepste punt van de Notre Dame. De tunnel maakt een hoek naar rechts en ik kan een heel stuk schuin omhoog weg kijken. De verleiding is groot, pas 28 minuten en dan al omdraaien. Maar dat was het plan en zo gaat het gebeuren. De diepte is 94 meter in plaats van 101. Dankzij de lage waterstand. Op 57 meter mag ik twee minuten blijven hangen. Een diepe stop. Deze stops zijn belangrijk omdat hier de stikstof wordt uitgewassen die de grootste invloed heeft op je centrale zenuwstelsel. Er volgen nog enkele van deze diepe stops die keurig worden vermeld op het display van mijn computer. De dieptemeter komt weer terug, hij heeft het overleeft. Ik laat het kleine lampje branden. En daar liggen de stages zoals ik ze achterliet. Ik clip ze aan, en stap over op de nitrox 36. Dan verzet ik de VR3. De omgekeerde volgorde als op de heenweg. Het is gunstiger voor je stikstof uitwas om nitrox 36 te ademen dan trimix dus je ademt al een optimaler gas voordat je de computer het signaal geeft hiermee te rekenen. Nu komen de langere stops. Om te tijd op te vullen maak ik wat foto’s. Ik lig op twaalf meter en daar komen Rick en Natasha. Ze zwemmen in een hoog tempo over mij heen en ik krijg amper de tijd om iets op foto vast te leggen. Al snel zijn ze uit mijn ooghoek verdwenen. Ik lig op 6 meter en hoor in de verte de bekende cling clong geluiden van flessen die in trosjes worden vervoerd onder water. Het geluid komt dichterbij. Cling clong? En dan zwemt er een hele tros flessen over mij heen en in het midden zit Natasha. Nu al terug? Na een lange 6 meter stop kom ik boven. Tot mijn verbazing wordt ik opgewacht door drie Zweedse duikers, twee Duitsers en een Fransman. Ik had alleen Natasha verwacht. Ik wist wel dat Rick contact had gehad met deze groep vanuit Frankrijk maar dat ze nu hier zouden zijn was een verassing.
Alle spullen moeten weer uit de grot. Natasha had zoveel cylinders dat ze er niet snel genoeg mee kon zwemmen vandaar haar vroegtijdige terugkeer. De grot leek leeg nadat al onze spullen eruit waren en de andere duikers ondergedoken. Zij verbleven in een groot vakantie huis in de Ardeche waar nog plaats over was voor drie personen en we waren welkom. Dit kwam heel goed uit met het oog op de duik die wij nog in petto hadden. Nadat ook zij met hun spullen de grot weer uit waren was het wachten op Rick.



Een nieuw record
We zaten aan de rand van het water en speurden naar een lichtschijnsel vanuit de diepte. Een voor een gingen Natasha en ik de grot uit om even op te warmen in de zon. En daar was Rick, 6 uur nadat hij was vertrokken kwam hij boven water. Met een lege haspel. Dat betekent dat hij een tot nu toe nog onbekend deel van de grot heeft geëxploreerd en voorzien van een permanente lijn. Een nieuw stuk bekend terrein is aan de grot toegevoegd. Rick kwam boven uit de eerste sifon en heeft daarna een stukje geklommen om in een tweede sifon te komen, deze was 270 meter lang en ging tot 42 meter diep. Een verticale schacht voerde tot het einde van deze sifon. Enkele meters verders kwam er nog een derde sifon waarvan hij de eerste 20 meter heeft verkend. Een nieuw record. Zonder support team, helemaal op zichzelf.

De laatste dag
De volgende morgen werd het kamp ingepakt en zouden we onze laatste duik gaan maken in de Ardeche. Hiervoor hadden we kano’s nodig om de ingang te kunnen bereiken en die moesten nog ergens gehuurd worden. Mensen die de Ardeche kennen in de zomertijd weten dat het huren van een kano daar moet kunnen. Door autopech kwam er helaas roet in het eten en zijn we uiteindelijk ‘s avonds in het vakantiehuis aangekomen zonder dat we hadden kunnen duiken. Daar werden we hartelijk aan tafel uitgenodigd om Zweedse gehaktballen te eten samen met Thomas en Burny uit Duitsland, drie Zweedse grotduikers, Rodney uit Australië en zijn Amerikaanse vrouw. Niet te vergeten Eduardo uit Italië. En wij met zijn drieën.



José de Veer

Content Management Powered by CuteNews